De rechtbank in Amsterdam heeft de franchisenemers van Hema grotendeels in het gelijk gesteld in hun geschil met het hoofdkantoor, schrijft Retailnews.nl.
De rechter moest oordelen over de vraag wie hoeveel van de uitgaven voor de webwinkel op zich moest nemen. De rechtbank is het met de franchisenemers eens dat de winkelketen bij de financiële afrekening niet mag afwijken van afspraken die in 1997 en 2005 zijn gemaakt en waar Hema eenzijdig vanaf wil omdat ze verouderd zouden zijn.
Zo was overeengekomen dat de franchisenemers uitsluitend zouden meebetalen aan investeringen in webwinkelactiviteiten in Nederland. Daarnaast hoeven de ondernemers alleen bij te dragen aan de operationele kosten van de afdeling e-commerce distributiecentrum, en niet aan algemene of overheadkosten van het hoofdkantoor.
HEMA verliest rechtszaak van franchisenemers. Lees meer: https://t.co/ml3NvZ3XzK #franchise #HEMA #rechtszaak pic.twitter.com/KKHiGdmWv9
— Nat. Franchise Gids (@franchisegids) July 19, 2018
Ook Hema kreeg op een aantal punten gelijk. Zo oordeelde de rechter dat de e-commercefacturen die tot nu toe aan de franchisenemers zijn gestuurd correct zijn, en dus moeten worden betaald. Ook bepaalde de rechtbank dat Hema de bijdrage van de franchisers aan e-commerce voldoende heeft onderbouwd en dat de door de franchisers geclaimde verbetering niet nodig is.
Hema sluit een hoger beroep niet uit.
