Groei van de bevolking moet winkelleegstand een halt toeroepen

De Zuiderhoofdstraat in Krommenie moet aantrekkelijker worden.
De Zuiderhoofdstraat in Krommenie moet aantrekkelijker worden.
Foto: Google Street View

De bovengemiddelde leegstand van winkels in de Rozenhof en aan de Westzijde, in ’t Kalf en in Poelenburg in Zaandam en in Wormerveer in het centrum en op het Noorderveld moet vooral worden opgelost door bevolkingsaanwas. Er komen nergens in de gemeente nieuwe winkelpanden bij en dat is gunstig: Zaanstad heeft er op dit moment al meer dan genoeg.

Dat staat in een beschouwing over de stand van zaken van betreft de lokale detailhandel die het college naar de raad heeft gestuurd. Het winkelvloeroppervlak per inwoner ligt in Zaanstad met 2,2 vierkante meter ruim boven het landelijk gemiddelde van 1,6 meter, maar de bestedingen per vierkante meter zijn daardoor lager dan elders. En er is sprake van een overaanbod aan supermarkten.

De gemeente noemt de situatie in Zaanstad net als in 2015 ‘half bewolkt’: de leegstand ligt met negen procent hoger dan wenselijk (bewolkt), maar de verwachte bevolkingsgroei en daarmee de groeiende klandizie voor winkeliers is positief te noemen (zonnig). Overigens becijferde de provincie de leegstand in Zaanstreek-Waterland onlangs nog op zeven procent, wat erop lijkt te duiden dat het oosten van de regio het beter doet dan onze kant.

Minder winkels buiten de hoofdstructuur

Buiten de hoofdstructuur (zie kaart hieronder) is het winkelaanbod de afgelopen twee jaar met zeven procent afgenomen, wat het college als een positief resultaat ziet vanwege het streven winkels op een beperkt aantal daartoe aangewezen plekken te concentreren. Wel wordt opgemerkt dat de belangstelling om ‘op diverse plekken in de stad’ te investeren in winkelvastgoed weer toeneemt.

Naast fysieke zaken heeft Zaanstad inmiddels zo’n 350 webwinkels, die bijdragen aan de werkgelegenheid. Het belang van de detailhandel moet niet onderschat worden: de sector is goed voor negen procent van alle banen in de gemeente.

De opsomming van het college van behaalde successen, plannen en niet-ingeloste verwachtingen bevat verder onder meer de volgende conclusies:

  • Bij de winkelcentra Gibraltar, Westerwatering en Westzijde is de openbare buitenruimte opgeknapt.

  • De realisatie van fietsvoorzieningen in het Stadshart van Zaandam is vertraagd.
  • Er is een uitvoeringsagenda toerisme vastgesteld, die onder meer voor meer reuring in de winkelgebieden Stadshart Zaandam en Wormerveer moet zorgen. Een groter toeristisch aanbod, betere verbindingen en zichtbaarheid spelen hierbij een rol. Het horecabeleid moet nog beter worden opgepakt.
  • De oprichting van een gemeentebreed ondernemersfonds is niet gelukt. Ondernemers onderzoeken een initiatief voor een bedrijveninvesteringszone in Stadshart Zaandam. Bij voldoende draagvlak wil de gemeente hier aan meewerken.
  • Er is tijdelijk een winkelcoördinator geweest. Een goed netwerk heeft geleid tot snelle invulling van het leegkomende V&D-pand.
  • Het bleek niet nodig het standplaatsenbeleid te wijzigen. Wel is er meer aandacht voor de warenmarkten gekomen. Een werkgroep pakt dit onderwerp op.
  • Op het Hembrugterrein en de Westzijde (Verskade) is een combinatie van horeca en detailhandel mogelijk gemaakt.
  • Op termijn moet het huidige beleid, bijvoorbeeld bij de komst van grote aantallen woningen naar de Achtersluispolder, worden herzien.
  • Om het winkelen in Krommenie-centrum veiliger en gezelliger te maken wordt de herinrichting van de Zuiderhoofdstraat voorbereid.
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen