De Partij voor de Dieren noemt het ‘kansenongelijkheid’ dat woningcorporaties hun huurders kunnen verplichten om bomen in hun tuin te kappen. ‘Huurders mogen zich dus niet beschermen tegen hitte en droogte, terwijl mensen in een koopwoning dat wel mogen’. Wethouder Songül Mutluer van Wonen gaat er komende maand met de sector over in gesprek.
De PvdD stelde afgelopen week al langer vanuit verschillende hoeken signalen te krijgen dat corporaties sturen op zoveel mogelijk onderhoudsvrije tuinen binnen hun bezit. Het Noordhollands Dagblad plaatste op 13 januari een artikel over een huurster aan de Hogendijk in Zaandam, die van Parteon de opdracht kreeg om vijf bomen te kappen. ‘Op de websites van ZVH en Parteon lezen we dat er weliswaar ruimte wordt geboden aan de aanplant van groen, maar dat bomen op tenminste twee meter van de erfgrens moeten staan. Voor een groot deel van de tuinen bij huizen in corporatiebezit maakt deze regel het planten van bomen en het behoud van grotere bomen lastig, omdat dit afstandscriterium ook ruimer genomen lijkt te worden door corporaties wanneer bomen groter groeien,’ aldus steunfractielid Stella Pieterson.
Compromis zoeken
De aanplant van heesters en struiken dicht op de erfscheiding bij woningen in particulier leidt vaak juist tot een waardeverhoging, betoogde hij, onder andere door de toegenomen privacy. Die wordt huurders dus niet gegund. In een reactie liet wethouder Gerard Slegers weten evenmin een voorstander te zijn van het kappen van gezonde bomen en te willen bezien of er een compromis mogelijk is waarbij bomen een andere bestemming kunnen krijgen óf gespaard worden. Volgens hem zijn de corporaties ‘een serieuze partner’ wat betreft klimaatadaptatie, waar een groene(re) stad een essentieel onderdeel van is.
