Het is vandaag de tweede en laatste dag van de jaarlijkse Nationale Bijentelling, die een jaar geleden aan het begin van de coronapandemie zo’n 10.000 mensen trok. Er werden toen zo’n 130.000 bijen geteld. De teller stond vanmorgen op 51.500 bijen.
‘Het feit dat iedereen toen door corona min of meer gekluisterd zat aan de eigen tuin gaf de telling een duw in de rug. Ik verwacht dit jaar vergelijkbare aantallen. Ook omdat de natuur aan populariteit wint,’ aldus Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur en bijenexpert bij Naturalis. Vooraf schreven al 5000 mensen zich in voor deze telling.
Vanaf het balkon of in de tuin kunnen liefhebbers vandaag nog meedoen door een half uur bijen te tellen. Onderzoekers gebruiken de resultaten om te zien waar de verschillende bijensoorten voorkomen in Nederland en of die aantallen toe- of afnemen. Ook mensen die weinig van bijen afweten kunnen meedoen, na een korte cursus op de webite van de Nationale Bijentelling.
Het gaat niet goed met de wilde bij: de helft van de bijna 360 bijensoorten in ons land is bedreigd. Dat heeft ook gevolgen voor mensen, want veel eetbare gewassen zijn afhankelijk van bestuiving door bijen en andere insecten. Het is dit jaar de vierde editie van de bijentelling, die elk jaar medio april plaatsvindt. In deze tijd van het jaar is het aantal soorten dat te zien is overzichtelijk voor niet-experts.
Wisselvallig weer
Deskundigen zijn benieuwd of de wisselvallige weersomstandigheden van de afgelopen tijd effect hebben op het aantal bijen dat zich laat zien. Al vroeg in het jaar werden de eerste hommels gespot na een paar warme voorjaarsdagen, maar daarna werd het koud.
De Nationale Bijentelling is een gezamenlijk project van Naturalis, Natuur & Milieu, IVN Natuureducatie en Landschappen NL. Op de website van de organisatie is een telformulier te vinden. Ook staat daar het bijengidsje met duidelijke afbeeldingen van hommels en wilde bijen die in het voorjaar het meest in de tuin vliegen, zoals de honingbij, het roodgatje, het vosje en de rosse metselbij.
