Corona leidt tot meer werk voor Bureau Discriminatiezaken

Foto: Flickr / Kyle Wagaman

De alsmaar wisselende gedragsregels die corona onder de duim moeten krijgen maken het er voor mensen niet gemakkelijker op om ze te blijven volgen en om ze juist te interpreteren. Dat blijkt ook uit registraties van het Bureau Discriminatiezaken Zaanstreek – Waterland, waar in het eerste kwartaal van dit jaar ongeveer 20 procent van de meldingen met de gevolgen van het virus te maken had.

Dat varieert van het bespugen van een vrouw van Aziatische komaf tot het uit de trein zetten van een jongen omdat hij geen mondkapje droeg, dat hij gezien dat zijn leeftijd echter niet hoefde te dragen. In een aantal gevallen was er sprake van misverstanden of onwetendheid over de door de overheid afgekondigde coronamaatregelen. Zo werd iemand ten onrechte uit een kapperszaak gezet omdat ze hooikoorts had en mocht een andere meldster niet zonder mondkapje deelnemen aan een cursus, ondanks haar schriftelijk vastgelegde medische indicatie.

Onderregistratie

Dat schrijft het bureau in een kwartaalrapportage. In 2020 zagen alle Nederlandse antidiscriminatie-instellingen samen een ruime verdubbeling van het aantal geregistreerde klachten ten opzichte van een jaar eerder. Ook hier was sprake van een toename en in het eerste kwartaal van dit jaar zet die tendens zich voort. Uit recent onderzoek van Zaanstad komt naar voren dat één op de vijf inwoners zich vaak (twee procent) of af en toe (achttien procent) gediscrimineerd voelt.

‘Dat is niet terug te zien in de meldingscijfers bij onder meer de politie en het Bureau Discriminatiezaken. Er is, om verschillende redenen, een enorme onderregistratie van het aantal discriminatieklachten,’ aldus de rapportage. ‘Tegelijkertijd is er wel een stijgende tendens zichtbaar in het aantal meldingen.’ Die kunnen soms het gevolg zijn van miscommunicatie, ‘maar het laat onverlet dat er in sommige situaties sprake is van onterechte en ongelijke behandeling’.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen