Meeste vleermuissoorten zitten weer in de lift

Een rosse vleermuisbaby (Nyctalus noctula). Hoe het met deze soort gaat is nog onduidelijk.
Een rosse vleermuisbaby (Nyctalus noctula). Hoe het met deze soort gaat is nog onduidelijk.
Foto: Wikimedia / Elias Neideck

Na een periode van sterke achteruitgang tot halverwege de vorige eeuw, zitten de meeste vleermuizensoorten weer in de lift. Het sterkste herstel is te vinden bij de zeldzame ingekorven vleermuis en de franjestaart, waarbij het aantal getelde individuen sinds 1986 met tenminste een factor 25 is toegenomen.

Van vier soorten die pas sinds 2015 worden onderzocht neemt het aantal waarnemingen in elk geval voor twee soorten toe, zo blijkt uit nieuwe analyses van het Centraal Bureau voor de Statistiek in samenwerking met de Zoogdiervereniging. Vleermuizen zijn beschermde dieren die ook in de Zaanstreek bij veel inwoners graag geziene gasten zijn. Voor gemeenten en ontwikkelaars vormen ze soms een sta-in-de-weg bij projecten, omdat hun leefgebied niet onherstelbaar mag worden aangetast. In de Karnemelksepolder in Wormerveer verrees daarom bijvoorbeeld een vleermuishotel ter vervanging van de Brokking-fabriek.

Drie soorten verdwenen

De vleermuizen-graadmeter beschrijft de gemiddelde ontwikkeling van de getelde aantallen van elf van de zeventien soorten vleermuizen die regelmatig in Nederland voorkomen. Aangenomen mag worden dat de trend van getelde aantallen een goede maat is voor de populatietrend van een soort, aldus het CBS. Tot halverwege de vorige eeuw zijn veel vleermuizen in aantal achteruitgegaan en drie soorten zijn zelfs helemaal verdwenen uit ons land. De acht soorten die vanaf 1986 worden gevolgd laten sindsdien echter allemaal een toename zien. Sinds 2015 is de graadmeter uitgebreid met drie soorten (laatvlieger, ruige en gewone dwergvleermuis), waarvan de aantallen worden geschat op basis van een nieuw meetprogramma.

Bron: NEM (CBS, Zoogdiervereniging)

 

 

 

Zeven van de elf onderzochte soorten laten recent (sinds 2009 of 2015) een toename zien. De trends van drie soorten – baardvleermuis, gewone grootoorvleermuis en laatvlieger – laten in die periode een tegenovergesteld beeld zien. Daarnaast vlakken de positieve trends van de ingekorven vleermuis, franjestaart en vale vleermuis recent steeds meer af.

Dwergvleermuizen

Sinds 2015 worden de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis en laatvlieger onderzocht met het nieuwe meetprogramma. Hiermee wordt de populatietrend geschat op basis van het aantal actieve, jagende dieren. Op basis van deze schatting is het aantal gewone en ruige dwergvleermuizen in 2019 met ongeveer vijftien procent toegenomen ten opzichte van 2015. Van de laatvlieger is het aantal dieren in deze periode juist afgenomen, met ongeveer negentien procent. De trend van de rosse vleermuis laat weliswaar een lichte stijging zien, maar voor deze soort is het nog te vroeg om vast stellen welke kant het echt opgaat.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen