Vliegtuig uit en trein in naar zes bestemmingen

Foto: KLM

Corona heeft de ambities voor het verduurzamen van het internationaal reizen doorkruisd, maar er geen einde aan gemaakt. Hoewel reizen op een leeg laag pitje is komen te staan, is door de NS, ProRail, Schiphol, KLM en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat doorgewerkt aan de Actieagenda Trein en Luchtvaart. Voor zes bestemmingen krijgt het spoor de voorkeur boven de lucht.

De actieagenda heeft als doelstelling het verder verbeteren van de internationale trein als aantrekkelijk alternatief voor de luchtvaart op de bestemmingen Brussel, Parijs, Londen, Düsseldorf, Frankfurt en Berlijn. In de tweede helft van volgend jaar gaat een update over de stand van zaken naar de Tweede Kamer, met het dan realistische perspectief richting de toekomst. Of er dan alweer volop mogelijkheden zijn om te reizen is immers nu nog niet te voorzien. Wat overeind blijft is dat ‘duurzaam internationaal reizen van het grootste belang is voor onze en toekomstige generaties’.

Korte termijn

Op de korte termijn kan al wel een aantal maatregelen worden genomen. De trein is qua reistijd en frequentie nu al een volwaardig alternatief voor het vliegtuig naar Brussel en Parijs. De KLM biedt met groeiend succes een product aan voor transferreizigers, die tussen Brussel en Schiphol gebruikmaken van de trein om vervolgens vanaf Schiphol met een verbindende vlucht verder te reizen. Vooral richting Brussel en Parijs zijn er mogelijkheden om de interactie tussen trein en vliegtuig op korte termijn te versterken. KLM zet sinds afgelopen maart voor haar passagiers tussen Schiphol en Brussel de Thalys in. Daarnaast kent de Eurostar naar Londen sinds 26 oktober een rechtstreekse verbinding vanuit Amsterdam.

Onderzoeken

Aanvullend onderzoeken KLM en Schiphol maatwerkoplossingen voor de bagageafhandeling van de passagiers op Schiphol. Ook starten de NS een project met als doel het boeken van treintickets gemakkelijker te maken. Hierbij wordt met onder ProRail onderzoek gedaan naar het verruimen van de boekingspriode naar negen tot twaalf maanden. Voor de langere termijn is de blik van KLM en NS gericht op onderzoek naar het commerciële potentieel van andere bestemmingen dan Brussel. Zo worden de mogelijkheden bekeken om vaker met dubbele treinstellen van en naar Parijs te rijden met de bestaande frequentie van twaalf tot veertien verbindingen per dag en om de frequentie van de treinen van en naar Londen verhogen.

Duitsland

Ook wordt er een betere aansluiting en versnelling van internationale treinen richting Duitsland nagestreefd. NS, ProRail en het ministerie werken samen met Duitse partners aan het verbeteren van de verbinding met Berlijn. Het doel is om reistijdwinst op de huidige route tussen Amsterdam en Berlijn te boeken, onder andere door de inzet van nieuwe, snellere treinen met ICE-comfortniveau. In de Luchtvaartnota van het kabinet is aangegeven dat het Rijk, bovenop de vier miljoen internationale spoorreizigers in 2019, vanaf 2025 twee miljoen extra reizigers per jaar wil vervoeren via het internationaal spoor.

Bij een gemiddelde bezetting van 150 passagiers per vliegtuig, zijn dat ongeveer 13.000 korte afstandsvluchten minder. Dat is orde grootte zo’n 2,5 procent van alle vluchten op Schiphol. In de periode 2030 – 2050 kan dit oplopen tot vijftien miljoen reizigers of meer. Dat zijn zo’n 100.000 korte afstandsvluchten minder en in orde van grootte zo’n 20 procent van het huidige aantal vluchten van en naar Schiphol.

Samenwerking

Hindernissen zijn er ook. ‘De mogelijkheden van de huidige infrastructuur worden zo goed mogelijk benut, maar zijn niet oneindig. De kracht van de Actieagenda en de samenwerking tussen partijen zit erin dat dit soort uitdagingen onderkend worden en dat voor de korte en langere termijn in beeld wordt gebracht welke stappen gezet kunnen worden. De betrokken partijen blijven zich inzetten voor een betere aansluiting tussen trein en vliegtuig, zowel vanuit de eigen verantwoordelijkheid als gezamenlijk,’ aldus een begeleidend schrijven bij de agenda. ‘Aangezien investeringen in infrastructuur tijdrovend en kostbaar zijn, wordt hierbij ook gekeken naar andere verbeteringen die de luchtvaart- en spoorsector samen zouden kunnen realiseren. Samenwerking met internationale partners in de spoorsector en de luchtvaartsector is essentieel voor een duurzaam internationaal mobiliteitssysteem.’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen