Betere samenwerking nodig om schoolverzuim te verlagen

Foto: Public Domain Vectors / CC0

De samenwerking tussen scholen en de leerplichtambtenaren moet verbeteren om het verzuim verder naar beneden te krijgen. Het doel is voor zowel de scholen als de handhavers van de Leerplichtwet om het aantal te vaak afwezige leerlingen te verkleinen, voortijdig schoolverlaten voorkomen en jongeren (terug) te begeleiden naar een passende plek op school of richting werk. Maar daarvoor is ook een gezamenlijke inzet nodig.

Uit het jaarverslag over het schooljaar 2018/2019 blijkt dat leerplichtmedewerkers op zes scholen voor voortgezet onderwijs preventieve verzuimgesprekken voerden, dus nog voordat er sprake was van wettelijk verzuim. Een wettelijke verzuimmelding wordt gedaan als er sprake is van minimaal zestien uur afwezigheid in vier weken tijd. In het schooljaar 2017-2018 hadden 252 leerlingen een preventief verzuimgesprek.

‘In het vorige jaarverslag gaven we al aan dat het aantal leerlingen dat niet kwam opdagen een aandachtspunt was. We zagen het aantal aangemelde leerlingen verder dalen. In de periode van oktober 2018 tot maart 2019 waren 143 leerlingen aangemeld voor het preventief spreekuur en daarvan verschenen er 106 op gesprek. Bij 96 leerlingen werd door de school niet de gewenste voorinformatie gedeeld met de leerplichtambtenaar; 29 van de 106 gesproken leerlingen werden in het voortraject niet aangesproken door hun mentor,’ aldus het nieuwste verslag.

Preventief werken

De wet zegt dat kinderen verplicht zijn om naar school te gaan vanaf vijf jaar tot het eind van het schooljaar waarin zij zestien jaar worden. Daarna volgt voor jongeren tot achttien jaar die nog geen startkwalificatie (een diploma op havo-, VWO- of MBO 2-niveau) hebben de kwalificatieplicht. De casemanagers leerplicht van Zaanstad voeren de leerplichttaak ook uit voor Wormerland en Oostzaan en werken zoveel mogelijk preventief. Ze geven voorlichting, sluiten aan bij multidisciplinaire overleggen en draaien ze mee in verschillende pilots op scholen met bijvoorbeeld het jeugdteam en de GGD. Ongeveer 66 basisscholen werden in het schooljaar 2018/2019 bezocht om verder kennis te maken en om te vertellen wat leerplicht doet. Daardoor wisten basisscholen leerplicht – die deze taak ook uitvoert voor Wormerland en Oostzaan – nog beter te vinden.

Ouders kunnen volgens de Leerplichtwet, om verschillende redenen een beroep doen op een vrijstelling van onderwijs voor hun kind. In 2017/2018 was er een daling van het aantal vrijstellingen, een schooljaar later een stijging, met name in het aantal vrijstellingen dat werd afgegeven vanwege lichamelijke of psychische gezondheid van de leerling. ‘Leerplicht zag dat casussen complexer werden. Veel leerlingen konden geholpen worden met onderwijszorgarrangementen, maar dat gold niet voor iedere leerling.’ In onderstaande tabel is te zien voor hoeveel kinderen vorig schooljaar een vrijstelling werd afgegeven.

Gemeenten, samenwerkingsverbanden, jeugdteams en GGD werken onder de vlag van het Thuiszitterspact aan de aanpak van thuiszitters. De vier partijen zoeken samen naar een passende oplossing: school, zorg, een onderwijs-zorgarrangement of een tijdelijke vrijstelling. Ten opzichte van het schooljaar 2017/2018 kwamen er minder nieuwe thuiszitters bij. Wel waren er meer leerlingen die langer dan drie maanden thuisbleven. Dankzij de gezamenlijke aanpak lukt het om de meeste leerlingen weer naar school te laten gaan. Aan het einde van het schooljaar zaten nog dertien leerlingen thuis.

Bureau Halt

Jongeren zonder zorgwekkende problematiek die binnen een schooljaar twaalf tot 60 uur spijbelen of te laat komen, kunnen door de casemanager leerplicht worden verwezen naar Halt. Dat gebeurde in 2018/2019 dertien keer. Als een Haltstraf niet werkt kan een proces-verbaal worden opgemaakt. Dat werd 20 keer gedaan vanwege ongeoorloofd schoolverzuim en zeventien maal vanwege ongeoorloofd vakantieverlof. Het aantal Haltverwijzingen en processen-verbaal daalde de afgelopen jaren. Jongeren vanaf ongeveer achttien jaar tot 27 jaar uit Zaanstad, Wormerland en Oostzaan kunnen terecht bij het Jongerenloket, voor hen dé plek voor alle vragen over leren, werken en inkomen.

Voortijdig schoolverlaten

Zaanstad, Oostzaan en Wormerland maken wat betreft de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten deel uit van de RMC-regio 21, de agglomeratie Amsterdam. Samen met Waterland vormt de Zaanstreek een subregio binnen de RMC-regio. Voor jongeren ouder dan achttien jaar werden het schooljaar 2018/2019 in totaal 2141 verzuimmeldingen gedaan voor 810 leerlingen. Dat zijn meer verzuimmeldingen dan een schooljaar eerder, maar voor minder leerlingen.

De medewerkers van de RMC begeleidden 528 jongeren tegen 483 een schooljaar eerder. Van hen werden er 480 herplaatst:  271 jongeren vonden werk, 112 gingen terug naar school, 22 jongeren hadden eerst zorg nodig en negentien jongeren belandden in de Wet werk en bijstand. Dat 56 jongeren niet herplaatst konden worden had verschillende redenen, bijvoorbeeld omdat ze verhuisden, omdat ze in detentie zaten of omdat het niet lukte hen te bemiddelen. De overige 48 jongeren waren nog in begeleiding ten tijde van het schrijven van het jaarverslag.

Goed resultaat

Voortijdige schoolverlaters zijn jongeren tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. RMC-regio’s en scholen zetten zich samen in om voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk terug te dringen. Na een aantal jaren van daling bleef het percentage in Zaanstad de afgelopen jaren stabiel, rond de twee. Landelijk stijgen de cijfers door de toenemende complexe problematiek van jongeren.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen