CU wil weten hoeveel Zaanse kinderen gedwongen thuis zitten

Foto: PxHere

In het schooljaar 2017-2018 waren er in Nederland 4479 langdurig thuiszitters, leerplichtige kinderen voor wie geen geschikte school te vinden is en die daarom al langer dan drie maanden geen (volledig) onderwijs krijgen. Een schooljaar eerder waren dat er minder: 4212 volgens cijfers van de Onderwijsinspectie. De ChristenUnie wil weten hoe het er in Zaanstad voorstaat.

Ondanks alle beloften en pogingen om het aantal thuiszittende leerlingen tot een minimum terug te brengen blijft hun aantal toenemen. Hier werd op 13 juni 2018 het Zaanse thuiszitterspact ondertekend door de schoolbesturen van het primair en voortgezet onderwijs, de GGD, de Jeugdteams en de gemeenten Zaanstad, Oostzaan en Wormerland. Het doel daarvan was om het aantal thuiszitters terug te dringen door goed samen te werken. CU-raadslid Christa Neefjes wil in van het college weten hoe is de situatie op dit moment in Zaanstad is en hoe het Zaanse thuiszitterspact functioneert. ‘Als we ervan uitgaan dat elk thuiszittend kind er één te veel is, wat is er volgens het college dan nodig om hier verandering in te brengen,’ schrijft zij in vragen aan het dagelijks bestuur.

Afgelopen maand bood de groep Boze Ouders in het Onderwijs 500 verhalen van ouders waarvan de kinderen noodgedwongen thuiszitten aan aan de Onderwijsinspectie. De initiatiefnemers van ‘deze groep ouders zijn ervan overtuigd dat er veel meer kinderen zijn zonder passend onderwijs dan wordt aangenomen, dat de uitvoering van de Wet passend onderwijs ver onder de maat is, dat scholen vaak de regels niet kennen en/of zich daar niet aan houden, dat de vele mogelijkheden om aanpassingen te doen om het onderwijs passend te maken meestal niet worden ingezet en dat de informatievoorziening vanuit scholen voor ouders zowel kwantitatief als kwalitatief zeer onder de maat is. Wat hen vooral dwars zit is dat ze met klachten nergens terechtkunnen:

  • Er zijn informatievoorzieningen opgetuigd, maar deze melden vooral hoe het zou móeten, niet hoe het daadwerkelijk gaat. Bovendien zijn ze niet bij alle ouders bekend.
  • Als een school of samenwerkingsverband nalatig is in de uitvoering van de wet, kan er een klacht ingediend worden bij het schoolbestuur. Maar daarbij keurt de slager zijn eigen vlees.
  • Een onderwijsconsulent inzetten is pas mogelijk nadat het samenwerkingsverband zich over de kwestie heeft gebogen.
  • De uitspraken van de geschillencommissie passend onderwijs zijn niet bindend en gaan over een beperkt aantal zaken.
  • Bij inspectie kunnen meldingen worden gedaan, maar de vertrouwensinspecteur neemt individuele klachten niet in behandeling. Het gaat hierbij alleen om een signalerende functie voor de kwaliteit van de school.

Op de website van Boze Ouders staat een enquête die ouders van een kind voor wie geen passend onderwijs gevonden kan worden kunnen invullen om de boodschap van de groep kracht bij de zetten en om de ware omvang van het probleem in kaart te brengen. Want de cijfers van de inspectie laten volgens Boze Ouders alleen het topje van de ijsberg zien.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen