Tweede Kamerlid Lammert van Raan van de Partij voor de Dieren wil van de ministers voor Milieu en Wonen en van Economische Zaken en Klimaat weten hoe in Zaandam een biomassacentrale in gebruik kon worden genomen zonder dat alle vergunningen rond zijn. En hoe wordt de periode bepaald dat zo’n centrale zonder vergunning mag draaien?
Het Kamerlid wil uitleg over de noodzaak om al proef te draaien voordat alle papierwerk werkelijk rond is: waarom kon daar niet op gewacht worden? Daarnaast wil hij weten op grond van welke wetgeving de aangekondigde vergunning wordt verleend en op basis van welke wetgeving de stikstofuitstoot van de centrale aan de Pascalstraat is vergund. Van Raan heeft ook weet van de door het onderzoeksbureau Mobilisation for the Environment (MOB) bij de provincie ingediende zienswijze tegen de centrale. MOB raakte bij de Zaanse centrale betrokken nadat het was ingeschakeld door Democratisch Zaanstad en schreef er een vernietigend rapport over.
Locatie ter discussie
Heeft de provincie al op de zienswijze gereageerd, vinden de ministers Eric Wiebes en Stientje van Veldhoven het üperhaupt een goed idee om een biomassacentrale met de bijbehorende luchtvervuiling te bouwen in de directe omgeving van een ziekenhuis, een middelbare school, sportvelden en een groot aantal woningen die ook nog eens allemaal bij een snelweg en een klaverblad liggen en zijn de ministers bekend met wetenschappelijke studies die de schadelijke effecten van een verslechterde luchtkwaliteit aantonen, wil Van Raan met zijn schriftelijke vragen te weten komen. Wat het laatste betreft refereert hij aan de studie die het verband aantoont tussen de luchtkwaliteit en het concentratievermogen van scholieren. De locatie van de Zaanse centrale brengt Van Raan bovendien tot de vraag of er op meer plekken in Nederland biomassacentrales gebouwd worden in de directe omgeving van ziekenhuizen, scholen, sportvelden, woningen en andere locaties waar luchtvervuiling extra ongewenst is.
