Raad van Arbitrage velt vonnis over Voor de Wind-woningen

Foto: Public Domain Vectors

Het is ongetwijfeld het meest bizarre incident tot nu toe in Zaanstad met nieuwe methodes om energie op te wekken: het intekenen van niet-bestaande mini-windturbines op tien Zaandamse nieuwbouwwoningen in het plan Voor de Wind in Zaandam. Als gevolg daarvan werden de huizen te laat opgeleverd en eisten de kopers schadevergoedingen van de bouwer, die op zijn beur weerd geld van de kopers wilde zien. De Raad van Arbitrage voor de Bouw heeft er nu een bindende uitspraak over gedaan en beide partijen een beetje gelijk gegeven.

Het ging compleet mis met tien nul-op-de-meterwoningen in de nieuwe wijk. Die zouden allemaal een eigen een innovatieve en gepatenteerde 2Dutchwindmill krijgen, maar die windmolen bleek gebakken lucht. Het uitblijven van deze energieopwekker betekende ook dat de woningen niet voldeden aan de specificaties waarvoor een omgevingsvergunning was afgegeven en aannemer Knol Bouw ze niet kon opleveren omdat het beloofde Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) niet werd gehaald. Ontwikkelaar E-woning kreeg een dwangsom aan de broek maar die werd uitgesteld om het bedrijf in de gelegenheid te stellen een alternatief voor de molens te zoeken. De politiek roerde zich en de kopers voelden zich bekocht. Maar nu is er duidelijkheid.

Te late oplevering

De Raad van Arbitrage voor de Bouw boog zich over een hele serie vorderingen van de kopers en de bouwer die in 2015 en 2016 aannemingsovereenkomsten sloten voor de bouw van de eengezinshuizen. Het werk startte op 22 juli 2016 met een bouwtermijn van 140 werkbare werkdagen – dagen die uitvallen wegens vorstverlet of andere oorzaken buiten de bouwer om en erkende vrije dagen niet meegerekend. Volgens de kopers hadden op grond daarvan de huizen op uiterlijk 1 maart 2017 moeten worden opgeleverd. De onderneemster kwam echter uit op 26 april 2017. Na een rekenexercitie waarin de arbiter ook rekening hield met het gegeven dat het onwaarschijnlijk was dat er middenin de winter geen onwerkbare dagen zouden zijn geweest, zoals de kopers stelden, is die dag nu vastgesteld op 23 maart. Dat betekent dus een hogere schadevergoeding wegens te late oplevering dan de bouwer wilde en een lagere dan waarom de kopers vroegen. Gevraagd werden bedragen tussen 4732,99 en 6820,72 euro en dat werd uiteindelijk een kwart promille van de aanneemsom per kalenderdag minder tussen 1 en 23 maart: er rolden bedragen tussen 3893,34 en 5763,60 euro uit. 

Fictief rendement, werkelijke lasten

Uiteindelijk werden alle tien huizen in juli daadwerkelijk ogeleverd, tussen de derde en de 24ste dag van die maand. Daarmee was het rekenwerk echter pas begonnen, want een klus van formaat bleek uitzoeken welke schade de kopers hebben geleden doordat ze in het echte leven hogere energiekosten bleken te hebben dan waarmee ze hadden gerekend op basis van het fictieve rendement van een niet-bestaande windmolen. De warmtepomp en zonnepanelen waarmee ze het moesten doen leverden een lagere opbrengst op en volgens de kopers was dat 17.858,43 euro vanwege de contractuele verplichting van de bouwer om een woning te leveren die gedurende tenminste tien jaar vanaf de oplevering geen energiekosten zou hebben.

Nattevingerwerk

De fantoom windmolen zou een opbrengst zou opleveren van 10.000 kWh per jaar; de aangebrachte warmtepompboiler levert 2215 kWh uur per jaar op. Dat levert per woning een tekort op van 7785 kWh per jaar ofwel 77.850 kWh per tien jaar. Daar komt per woning nog de opbrengst van de zonnepanelen bij. Rekening houdend met de zonligging van de panelen en de degradatie daarvan per jaar, moest worden uitgerekend wat die de komende tien jaar gaan opleveren. Met nog meer gesteggel over de prijs van een kWh (18 cent, 21 cent, 22 cent, 23 cent) en volstrekte onduidelijkheid over de toekomstige ontwikkelingen van elektriciteitsprijs was dat eigenlijk per definitie nattevingerwerk, maar de arbiter is tenslotte uitgekomen op misgelopen bedragen tussen 11.575,20 en 12.395,25 euro over een periode van tien jaar. Dat geld mogen de kopers in de zak steken.

Alternatieven duurder dan windmolen

Alle kopers zouden 11.000 (exclusief BTW) betalen voor hun windmolen, maar die hebben ze op voorstel van de onderneemster nog niet betaald. En omdat ze naar eigen zeggen zijn afgescheept met materiaal dat minder geld heeft gekost wilden ze dat bedrag allemaal houden, maar dat feest ging niet door. De bouwer stelde dat zij voor de windmolens 9000 euro exclusief BTW per woning had moeten betalen en dat het alternatief haar ruim 10.000,00 heeft gekost: 72.500 euro voor de zonnepanelen 29.020 voor de boilers. Daarom moet het bedrag van 11.000 euro bij de eindafrekening worden meegenomen. Alle op- en aftelsommn leverden tenslotte bedragen op die de kopers de bouwer nog verschuldigd zijn, variërend van 222,64 tot 3148,63. De verschillen zijn met name het gevolg van de wisselende bouwsommen.

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen