Morgen gaan verschillende nieuwe wetten en regels in en gaan oude op de schop. Zo gaan het minimum– en het minimumjeugdloon een stukje omhoog, evenals de kinderbijslag. Het wettelijk bruto minimumloon voor werknemers vanaf 22 jaar wordt 1594,20 euro per maand bij een volledig dienstverband. Dat was 1578 euro.
Het minimumjeugdloon, voor werkenden tussen vijftien en 22 jaar wordt eveneens aangepast. Een werknemer van 21 jaar verdient vanaf 1 juli 1355,05 euro per maand bij een fulltime dienstverband; een vijftienjarige 478,25 euro. De rest zit daar tussenin. Vanaf 1 juli volgend jaar ontvangen mensen vanaf 21 jaar al het minimumloon.
Omdat de lonen stijgen, stijgen ook uitkeringen. Een overzicht:
Bijstand
Voor gehuwden en alleenstaanden van 21 jaar of ouder die samenwonen met één of meer meerderjarige personen waarmee kosten kunnen worden gedeeld, geldt op grond van de kostendelersnorm een lager bedrag. Om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering is ook relevant of er sprake is van eigen vermogen. Voor gehuwden/samenwonenden en alleenstaande ouders geldt een bedrag van 12.040 euro en voor alleenstaanden 6.020 euro. Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en die in een eigen huis wonen, geldt een extra vrijstelling van maximaal 50.800 euro.
IOAW
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers is bedoeld voor oudere langdurig werklozen, die geboren zijn vóór 1 januari 1965 en die 50 jaar of ouder waren toen zij werkloos werden. De IOAW is onder bepaalde voorwaarden ook bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen.
IOAZ
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen is bedoeld voor ex-zelfstandigen van 55 jaar of ex-zelfstandigen die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen. De IOAZ is onder bepaalde voorwaarden ook bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen.
De IOAW en de IOAZ vullen het gezamenlijke inkomen aan tot bijstandsniveau. Op onderstaande bedragen worden de bruto inkomsten in mindering gebracht. Sinds 1 juli 2015 geldt in de IOAW en IOAZ de kostendelersnorm voor alleenstaanden en alleenstaande ouders. Op basis van de overgangsregeling is de norm per 1 januari 2018 vastgesteld op 55 procent van de gehuwdennorm. Voor mensen die een IOAZ-uitkering krijgen en een pensioentekort hebben, geldt dat zij tot maximaal 122.379 euro voor aanvullende pensioenvoorzieningen mogen hebben zonder dat dit met hun uitkering wordt verrekend.
In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met het eigen vermogen. Wel wordt rekening gehouden met andere inkomsten. Bij de IOAZ wordt rekening gehouden met zowel andere inkomsten als met het eigen vermogen. Van vermogen boven 132.299 euro wordt jaarlijks drie procent verrekend met de uitkering.
AOW
AOW’ers die getrouwd zijn of samenwonen hebben ieder recht op een eigen AOW-uitkering (basispensioen). De hoogte daarvan is gebaseerd op de helft van het netto minimumloon – mits deze AOW’ers altijd in Nederland hebben gewoond. De AOW voor een alleenstaande is gebaseerd op 70 procent van het netto minimumloon.
Voor gehuwde of samenwonende AOW’ers van wie de partner jonger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd gelden afwijkende regels. De AOW is dan gebaseerd op 50 procent van het netto minimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto 789,81 euro).
Sinds 1 januari 2015 is de partnertoeslag gesloten voor nieuwe instroom. Hierop geldt één uitzondering: mensen die als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd pas na 1 januari 2015 AOW-gerechtigd zijn geworden, hebben nog wel recht op toeslag. Het gaat hier om mensen die in november en december 2014 65 jaar zijn geworden.
ANW
De Algemene nabestaandenwet is bedoeld voor volwassenen van wie de partner is overleden en voor een kind jonger dan achttien jaar zorgen of voor volwassenen van wie de partner is overleden en die meer dan 45 procent arbeidsongeschikt zijn. De nabestaandenuitkering is 70 procent van het netto minimumloon. Als de nabestaande samenwoont omdat er iemand intensieve zorg nodig heeft of omdat de nabestaande zelf intensieve zorg nodig heeft, is de nabestaandenuitkering (verzorgingsuitkering) 50 procent van het netto referentieminimumloon. Ook weeskinderen kunnen deze uitkering krijgen.
De hoogte van de Anw-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Andere uitkeringen worden afgetrokken van het bedrag dat iemand ontvangt. Van het inkomen uit arbeid wordt 50 procent van het bruto minimumloon plus een derde deel van wat iemand bovenop het bruto minimumloon verdient niet afgetrokken van het bedrag. Sinds 1 juli 2015 geldt de kostendelersnorm in de ANW.
In het overzicht zijn de bruto bedragen per 1 juli 2018 opgenomen. De bedragen zijn zonder de tegemoetkoming ANW. Deze is 16,92 euro bruto per maand.
Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De basis (afgeleid van
het bruto minimumloon) waarop de uitkering wordt berekend, gaat morgen omhoog. Ook de basisbedragen voor Wajongers beneden de 22 jaar, die
worden afgeleid van de bruto minimumjeugdlonen, worden verhoogd.
WW, WIA, WAO en ZW
De bestaande bruto uitkeringen worden verhoogd met 1,03 procent. De hoogte van de WW-, WIA-, WAO-, en ZW-uitkering hangt onder meer af van de hoogte van het laatstverdiende loon en het maximumdagloon. Per 1 juli 2018 wordt het maximumdagloon met 1,03 procent verhoogd van bruto 209,26 naar bruto 211,42 euro.
Kinderbijslag
Ouders en verzorgers van kinderen tot en met zeventien jaar ontvangen kinderbijslag. Ook die bedragenworden morgen aangepast, in lijn met de
ontwikkeling van de consumentenprijs. De nieuwe bedragen per kwartaal zijn als volgt:
