Het college ziet niets in een verbod op blowen in de openbare ruimte in Zaanstad, zoals was bepleit door het CDA en de ChristenUnie. Er zijn in beginsel geen bezwaren tegen het gebruik van softdrugs in de openbare ruimte, aldus de antwoorden op schriftelijke vragen. Dat is zo geregeld in de Opiumwet.
Het college kan alleen aanvullende regels opnemen in de Algemene Plaatselijke Verordening met als doel om in een bepaald gebied overlast tegen gaan, maar daar is vooralsnog geen sprake van. ‘De Opiumwet reguleert drugsgebruik met als doel bescherming van de volksgezondheid, dus met datzelfde doel mag in lagere wetgeving geen verbod worden opgelegd.’ De gemeente onderzoekt continu wat nodig zijn om tegen overlastsituaties op te treden, en dat zou een blowverbod kunnen zijn ‘wanneer de situatie daarom vraagt’.
Amsterdam
Dat Amsterdam een blowverbod in het centrum wil gaan invoeren om de grote stroom drugstoeristen tegen te houden laat het college niet anders naar de kwestie kijken. ‘De situatie in Amsterdam is onvergelijkbaar met de situatie in Zaanstad. Het
softdrugsgebruik in de openbare ruimte van Amsterdam is van een totaal andere orde dan in Zaanstad.’ Bang voor een waterbedeffect is het college evenmin: ‘Vooralsnog is de verwachting dat de maatregelen in Amsterdam geen groter ongewenst drugstoerisme in Zaanstad tot gevolg hebben.’
