Het college ziet geen bezwaren voor de bouw van een onderkelderde sleufsilo aan de Zeedijk 5 te Assendelft.
Het spreekt van een ‘ruimtelijk verantwoorde ontwikkeling, omdat er ruimtelijk en stedenbouwkundig geen belemmeringen zijn voor het project ten opzichte van de omgeving’. De afwijking van het geldende bestemmingsplan Landelijk gebied Assendelft is als aanvaardbaar beoordeeld, omdat het project ter plaatse goed inpasbaar is in de omgeving.
Ruwvoer en mest
De initiatiefnemer wil de silo gebruiken voor de opslag van ruwvoer voor geiten en de kelder voor de afvoer van de sappen die van dat voer af komen, alsmede voor de opslag van mest. De sleufsilo heeft een bruto oppervlakte van 700 vierkante meter (70 bij tien) en is komt op land dat tot op heden in gebruik is als weidegrond.
De keldervloer tot aan de bovenkant van de breedplaatvloer heeft een diepte van twee meter onder het peil. Boven de breedplaatvloer wordt vanaf het peil een betonwand gebouwd met een dikte van 0,25 meter en een hoogte van twee meter over een lengte van circa 60 meter. Deze betonwand wordt gecamoufleerd met een groene aarden wal. Die onttrekt ook de silo’s die al op het achtererf staan deels aan het zicht.
Omdat op basis van vaste jurisprudentie blijkt dat een silo een functie heeft die per definitie gebonden is aan het buitengebied, is er in dit geval geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling.
Schaalvergroting Assendelverpolder
De landbouw is in de Assendelverpolder de belangrijkste gebruiksfunctie en drager van de openheid, zo onderbouwt het college haar instemming met het plan. ‘Om dit te behouden is de ontwikkeling van duurzame vormen van grondgebonden landbouw hier van belang. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken kan er ruimte gewenst zijn voor schaalvergroting en de bijbehorende grote boerenbedrijven.’
‘Binnen het Zaanse buitengebied lijken hier binnen de Assendelverpolder de beste mogelijkheden voor. De kavels zijn hier groter door eerdere ruilverkavelingen, de cultuurhistorische waarde is hierdoor minder geconserveerd dan in de nattere veenweiden en er zijn binnen de polder al grote boerenerven gelegen.’
